Zeeuwse karper wateren.
In dit blog wil ik wat nader ingaan op de door mij gebruikte materialen en de lokale viswateren waar de meeste uurtjes gespendeerd worden.
In de meeste Zeeuwse binnenwateren zwemt onze vriend karper rond, van de vele stadswatertjes en plantsoen vijvers tot de grotere kreken zijn meestal voorzien van een (groot) bestand aan voornamelijk kleine, verwilderde schubkarpers.
Van sommige wateren is bekend hoe de visstand en dus ook de karpers in die wateren terecht zijn gekomen, meestal omdat deze wateren actief door een hengelsport vereniging wordt beheerd echter andere wateren zoals het boezemwater wat kriskras door Walcheren heenloopt blijft het gissen hoe lang en wat voor soort karper er uitgezet is.
Een ding is zeker, de vechtlust en vangkans van de meestal kleinere schubkarpers is zeer groot en hier kan, met het juiste materiaal een leuke sport worden beleefd.
Juiste materialen.
Zoals ik in het vorige stukje eindigde met "het juiste materiaal" wil ik daar even wat nader op in gaan, let wel dit betreft mijn mening en is geen vaststaande bewezen wetenschap ;-)... meer vanuit ervaring en de manier waarop het vissen voor mij een sprekende beleving wordt.
Als ik ga struinen (zowel met pennetje als drijvend aas) probeer ik zo min mogelijk materiaal mee te nemen, ik beperk mij echt tot de meest noodzakelijke spullen, de rest is echt ballast.
Prettig zittende kleding die enigszins opgaat in de omgevingskleuren en waterafstotend is, een schoudertas met daarin aas en doosje met benodigdheden als haken, dobbers, schaartje, stoppertjes etc en wat te eten/drinken.
In de zeg maar warmere periode draag ik meestal een pet met zonneklep, dit in combinatie met een polariserende zonnebril zorgt er mede voor dat observeren niet binnen de kortste keren lijdt tot hoofdpijn oid.
Een stevig en goed te hanteren landingsnet met wat ik prettig vindt een wat grovere maaswijdte om het net makkelijk te manoeuvreren.
Omdat ik na lang zoeken geen landingsnet kon vinden wat geheel naar mijn zin was heb ik een oud maar in goede staat verkerend net zodanig aangepast dat het voor het struinend vissen te gebruiken is.
Het net heeft nu armen van 1 meter lengte, enorm stijf doordat ik er 15 cm vanaf heb gehaald en de tapering dus is veranderd.
De steellengte is 2 meter, een stijve redelijk dunwandige steel met dikke buitendiameter welke qua gewicht goed te hanteren is.
Zoals eerder gezegd heb ik een uitgesproken voorkeur voor een wat grotere maaswijdte en een niet al te diep net, dit om het net met 1 hand goed te kunnen gebruiken.
Wat hengels betreft heb ik 3 penhengels uit de wat "oudere" stal van
CJW-hengels.nl.
Het zijn 3 hengels uit een en dezelfde serie (Carp Slim Line) en hebben alle 3 een lengte van 13 ft.
De hengels zijn geschikt voor een lijndikte van 0.20 t/m 0.32/100e en afhankelijk van het te bevissen water en het seizoen pak ik een van deze hengels.
De molens zijn van Penn, de 4300 en 4400 graphite serie, prima slipinstelling, komt gemakkelijk ook onder zwaardere slipinstelling op gang en heeft een "oldskool" uitstraling:-)
Op de molens heb ik Teklon Gold nylonlijn gespoeld, een soepele en geheugen vrije lijn met een voor zijn diameter enorme treksterkte.
Pennetjes komen bij Dobberrob vandaan en komend jaar wil ik de reigerpennen van Sebastiaan Huvenaars een gaan uittesten, zien er degelijk uit.
Haken die ik gebruik zijn van het merk Korda; Wide gape en Mixa haakmaat is sterk afhankelijk van het gebruikte aas.
Bovenstaande foto is een voorbeeld van een stek op een stadswater, aan beide kanten van de brug verbreed het water zich en juist die versmalling bij een brug oid werkt als een soort van trechter.
Bovenstaande foto is een plaatje van een van de vele polder watergangen die Zeeland rijk is.
Bezig met het afdrillen van een schubkarpertje in een uitloper van een stadswater.
Zonsopkomst op een van de weinige zogenaamde kaperputten die Zeeland "rijk" is.
